Op dit moment is er veel te doen over de kwalificatie van overeenkomsten, waarbij het voornamelijk gaat om de vraag of een overeenkomst van opdracht als arbeidsovereenkomst gekwalificeerd dient te worden. Indien echter (achteraf) sprake blijkt te zijn van een arbeidsovereenkomst, rijst de vraag vanuit welk loonbedrag dan uitgegaan dient te worden.
Hierover is op 9 september jl. door het Gerechtshof Amsterdam een uitspraak gedaan (ECLI:NL:GHAMS:2025:2339). Een overeenkomst van opdracht waarbij er bedragen gefactureerd werden, werd gekwalificeerd als een arbeidsovereenkomst.
De zaak betreft Albron Nederland B.V. en een lunchmedewerker die aanvankelijk op basis van een opdrachtovereenkomst werkte (€15,- per uur exclusief btw), vervolgens een arbeidsovereenkomst had (€13,08 bruto per uur in 2017), en na 1 april 2018 weer op factuurbasis werkte (€20,- per uur exclusief btw).
Het hof maakt een cruciaal onderscheid tussen het factuurtarief en een eventueel arbeidsrechtelijk loon: “Naar het oordeel van het hof blijkt hiermee onmiskenbaar dat het uurtarief van €20,- betrekking had op de situatie dat [geïntimeerde] via of ten behoeve van haar eenmanszaak als opdrachtnemer werkzaamheden verrichtte, en niet dat dit uurtarief ook betrekking had op de situatie dat de tussen partijen gesloten overeenkomst een arbeidsovereenkomst zou blijken te zijn.”
Dit onderscheid is essentieel, het factuurtarief kan niet zonder meer worden gehanteerd als arbeidsrechtelijk loon omdat het verschillende kostenstructuren reflecteert. Het hof overweegt dat partijen voor de situatie dat de contractuele relatie na 1 april 2018 een arbeidsovereenkomst blijkt te zijn, geen loon zijn overeengekomen, zodat dat loon met toepassing van artikel 7:618 BW moet worden bepaald.
De wettelijke basis voor loonvaststelling bij ontbreken van een loonafspraak is geregeld in artikel 7:618 BW: “Indien geen loon is vastgesteld, heeft de werknemer aanspraak op het loon dat ten tijde van het sluiten van de overeenkomst voor arbeid als de overeengekomene gebruikelijk was of, bij gebreke van een dergelijke maatstaf, op een loon dat met inachtneming van de omstandigheden van het geval naar billijkheid wordt bepaald.”
Het hof oordeelt in deze zaak dat geen gebruikelijk loon kan worden vastgesteld en heeft dit voorts naar billijkheid bepaald.
Verschillende contractvormen hebben verschillende kostenstructuren. Een factuurtarief omvat elementen die bij een arbeidsovereenkomst separaat worden geregeld (vakantiegeld, ziektekostenverzekering, verlof, etc.). De hoogte van het loon is derhalve niet hetzelfde als de hoogte van de vergoeding (factuurtarief) geldend bij een overeenkomst van opdracht.
Het zou dan ook verstandig kunnen zijn om reeds in een overeenkomst van opdracht overeen te komen dat indien de overeenkomst als arbeidsovereenkomst gekwalificeerd mocht worden, welk uurloon in dat geval dan zal gelden.