Aansprakelijkheid registerarbeidsdeskundige voor schade werkgever wegens loonsanctie UWV

Werkgevers schakelen steeds vaker externe deskundigen in voor de begeleiding van de re-integratie van zieke werknemers. Dit omdat ze vaak niet de kennis en expertise hiervoor in huis hebben en de sancties bij het tekortschieten in de re-integratie van een zieke werknemer hoog kunnen zijn; zo kan een werkgever na twee jaar ziekte van een werknemer een loonsanctie van het UWV opgelegd krijgen waardoor de werkgever nog (maximaal) een jaar het loon van de werknemer dient door te betalen.

Op 26 juli jl. heeft het Gerechtshof Den Haag hierover een arrest gewezen. In deze zaak was een deskundige, zijnde een registerarbeidsdeskundige, door de werkgever ingehuurd voor de begeleiding van de re-integratie van een zieke werknemer. Alhoewel vanaf het begin van de ziekte duidelijk was dat de re-integratie in het eerste spoor niet mogelijk was, is ruim een jaar gewacht met het opstarten van de re-integratie in het tweede spoor. Omdat de re-integratie volgens het UWV niet goed verlopen is, wordt er een loonsanctie door het UWV aan de werkgever opgelegd.

De werkgever heeft voorts de deskundige hiervoor aansprakelijk gesteld. Het hof geeft aan dat gezien het feit de registerarbeidsdeskundige de rapporten van de bedrijfsarts ontving, van een redelijk handelend en redelijk bekwaam registerarbeidsdeskundige verwacht mag worden naar aanleiding van het advies van de bedrijfsarts de werkgever te adviseren tot het inzetten van de re-integratie in het tweede spoor. De werkgever is hier echter niet (tijdig) over geadviseerd en de registerarbeidsdeskundige mocht er volgens het hof niet gerechtvaardigd van uitgaan dat de werkgever dit zelf zou begrijpen uit het rapport van de bedrijfsarts. Daarvoor had de werkgever juist de registerarbeidsdeskundige in de arm genomen.

Naast het loon van het derde ziektejaar van de werknemer, wat bijna €30.000,– betrof, diende de registerarbeidsdeskundige eveneens een deel van de advocaatkosten aan de werkgever te vergoeden.

Voor het lezen van deze uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 26 juli 2016, kunt u op onderstaande link klikken.

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHDHA:2016:2231